Het drempelinkomen is een belangrijk begrip voor werkgevers die hun medewerkers willen ondersteunen bij belastingvoordelen en toeslagen. In dit artikel leer je alles over het drempelinkomen, hoe je het berekent, en welke impact het heeft op zorgtoeslag en andere fiscale voordelen. We bespreken de persoonsgebonden aftrek, de rol van fiscale partners, en hoe je specifieke zorgkosten en gewone giften kunt aftrekken van het totale inkomen. Ook kijken we naar de verschillende boxen van de inkomstenbelasting en geven we praktische tips voor strategische HR-beslissingen.
Wat is het drempelinkomen?
Het drempelinkomen is het totale inkomen van een werknemer, waarbij de inkomens uit box 1, 2 en 3 worden opgeteld. Hierbij wordt de persoonsgebonden aftrek niet meegerekend. Dit inkomen is belangrijk, omdat het bepaalt of je werknemers in aanmerking komen voor zorgtoeslag en andere fiscale voordelen. Bespreek dit met je werknemers om te zien welke situatie voor hen het meest gunstig is.
Waarom is het drempelinkomen belangrijk?
Het drempelinkomen is van groot belang voor werkgevers om te bepalen of werknemers in aanmerking komen voor zorgtoeslag en andere belastingvoordelen. Dit inkomen beïnvloedt de berekening van de inkomstenbelasting en kan helpen bij het identificeren van aftrekposten, zoals specifieke zorgkosten en gewone giften. Door inzicht te krijgen in het drempelinkomen van je werknemers, kun je beter strategische beslissingen nemen en hen ondersteunen bij financiële vraagstukken.
Hoe bereken je het drempelinkomen?
Formule en berekening voor alleenstaanden en fiscale partners
Het berekenen van het drempelinkomen is eenvoudig. Tel eerst de inkomens uit de drie boxen op: box 1 (inkomsten uit werk en woning), box 2 (inkomsten uit aanmerkelijk belang) en box 3 (inkomsten uit sparen en beleggen). Trek vervolgens de persoonsgebonden aftrek hiervan af. Bij fiscale partners tel je beide inkomens bij elkaar op en trek je de gezamenlijke persoonsgebonden aftrek af. Dit resultaat is het drempelinkomen. Zorg ervoor dat je deze berekening regelmatig met je werknemers bespreekt, vooral bij veranderingen in hun inkomen of persoonlijke situatie, zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van aftrekposten en belastingvoordelen.
Voorbeeld berekening
Het berekenen van het drempelinkomen is eenvoudig. Volg deze stappen:
-
Tel de inkomens uit de drie boxen op:
-
Box 1: Inkomsten uit werk en woning.
-
Box 2: Inkomsten uit aanmerkelijk belang.
-
Box 3: Inkomsten uit sparen en beleggen.
-
-
Trek de persoonsgebonden aftrek af:
-
Dit kan bijvoorbeeld uitgaven aan specifieke zorgkosten of gewone giften omvatten.
-
Bij fiscale partners tel je beide inkomens bij elkaar op en trek je de gezamenlijke persoonsgebonden aftrek af. Dit resultaat is het drempelinkomen. Bespreek deze berekening regelmatig met je werknemers, vooral bij veranderingen in hun inkomen of persoonlijke situatie, zodat zij optimaal gebruik kunnen maken van aftrekposten en belastingvoordelen.
Voorbeeld:
Stel dat een werknemer de volgende inkomens heeft:
-
Box 1: €30.000
-
Box 2: €5.000
-
Box 3: €10.000
De totale inkomens uit de drie boxen is €45.000. Als de persoonsgebonden aftrek €3.000 is, dan is het drempelinkomen €42.000 (€45.000 - €3.000).
Persoonsgebonden aftrek en fiscale partner
De persoonsgebonden aftrek speelt een grote rol bij het berekenen van het drempelinkomen, vooral voor fiscale partners. Deze aftrekposten kunnen specifieke zorgkosten en gewone giften omvatten. Voor fiscale partners wordt het drempelinkomen gezamenlijk berekend, wat betekent dat de inkomens uit box 1, 2 en 3 van beide partners bij elkaar worden opgeteld, waarna de gezamenlijke persoonsgebonden aftrek wordt afgetrokken. Dit kan voordelig zijn, omdat het hogere gezamenlijke inkomen leidt tot een hogere aftrek.
Specifieke zorgkosten en gewone giften
Specifieke zorgkosten en gewone giften kunnen een belangrijke rol spelen bij de berekening van het drempelinkomen. Zorgkosten die boven een bepaalde drempel uitkomen, zijn aftrekbaar. Deze drempel wordt bepaald op basis van het drempelinkomen. Voor gewone giften geldt dat je alleen het deel van de gift dat boven het drempelbedrag uitkomt, mag aftrekken. Dit drempelbedrag is 1% van het drempelinkomen, met een minimum van €60.
Als werkgever kun je je werknemers helpen door hen te wijzen op de mogelijkheden om specifieke zorgkosten en gewone giften af te trekken. Dit verlaagt hun belastbaar inkomen en kan resulteren in een hogere teruggave bij de belastingaangifte.
Verschil tussen drempelinkomen en drempelbedrag
Als werkgever is het belangrijk om het verschil tussen drempelinkomen en drempelbedrag te begrijpen en dit ook aan je werknemers uit te leggen. Het drempelinkomen is het totale inkomen van een werknemer, waarbij de inkomens uit box 1, box 2 en box 3 worden opgeteld, minus de persoonsgebonden aftrek. Dit inkomen wordt gebruikt om te bepalen of werknemers in aanmerking komen voor toeslagen zoals zorgtoeslag en om te berekenen welke belastingvoordelen zij kunnen krijgen.
Het drempelbedrag daarentegen is een specifiek bedrag dat bepaalt welk deel van bepaalde uitgaven aftrekbaar is. Bijvoorbeeld, voor de aftrek van gewone giften geldt een drempelbedrag van 1% van het drempelinkomen, met een minimum van €60. Uitgaven die boven dit drempelbedrag uitkomen, kunnen worden afgetrokken van het belastbaar inkomen.

- Eenvoudige personeelsplanning
- Overzichtelijke urenregistratie
- Makkelijke verlofregistratie
