Het verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen zit in hoeveel verlof een medewerker minimaal móét krijgen en wat jij als werkgever daarbovenop extra aanbiedt. De wettelijke vakantiedagen zijn verplicht volgens de wet, terwijl bovenwettelijke dagen een extraatje zijn waarmee je medewerkers vaak nét wat meer tevreden houdt. Toch blijkt dat veel werkgevers het lastig vinden om het onderscheid goed bij te houden, vooral wanneer medewerkers parttime werken of dagen meenemen naar een volgend jaar.
Een goed overzicht voorkomt eindeloze vakantie-discussies.
Wat zijn wettelijke vakantiedagen?
Wettelijke vakantiedagen zijn de verlofdagen waar iedere werknemer in Nederland minimaal recht op heeft. Volgens de wet heeft een medewerker recht op vier keer het aantal werkdagen dat hij of zij per week werkt. Iemand die vijf dagen werkt, bouwt dus twintig wettelijke vakantiedagen per jaar op. Werk je vier dagen, dan zijn dat zestien dagen. Deze dagen zijn bedoeld om te herstellen van werk en voldoende rust te nemen, en mogen niet zomaar worden ingeperkt.
De wettelijke vakantiedagen vervallen na zes maanden, gerekend vanaf het einde van het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Dat betekent dat de dagen die in 2024 zijn opgebouwd, op 1 juli 2025 vervallen, tenzij er een geldige reden is waarom ze niet konden worden opgenomen. Als werkgever is het belangrijk om werknemers tijdig te informeren over openstaande dagen, zodat ze niet ongemerkt vervallen.
|
Werkdagen per week |
Aantal wettelijke vakantiedagen per jaar |
|---|---|
|
5 dagen |
20 dagen |
|
4 dagen |
16 dagen |
|
3 dagen |
12 dagen |
Wat zijn bovenwettelijke vakantiedagen en waarom bieden werkgevers die aan?
Bovenwettelijke vakantiedagen zijn de extra vrije dagen die jij als werkgever bovenop de wettelijke dagen aanbiedt. Ze zijn dus niet verplicht volgens de wet, maar vormen een aantrekkelijke arbeidsvoorwaarde. Veel bedrijven kiezen ervoor om extra dagen te geven om medewerkers tevreden te houden, werkdruk te verlagen of talent aan te trekken. Denk bijvoorbeeld aan een extra week vakantie of een paar losse dagen die medewerkers flexibel kunnen opnemen.
Het verschil met wettelijke dagen zit vooral in de regels rondom geldigheid en uitbetaling. Bovenwettelijke vakantiedagen vervallen niet automatisch na zes maanden, maar pas na vijf jaar, tenzij er in de cao of arbeidsovereenkomst iets anders is vastgelegd. Ook mogen werknemers vaak afspreken om deze dagen uit te laten betalen, iets wat bij wettelijke dagen meestal niet kan.
Wat is het praktische verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen?
Het grootste verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen zit in de regels rondom opbouw, geldigheid en uitbetaling. Wettelijke dagen zijn vastgelegd in de wet en vormen het minimale recht op verlof dat iedere werknemer heeft. Bovenwettelijke dagen zijn de extra dagen die jij als werkgever vrijwillig toevoegt.
In de praktijk betekent dit dat wettelijke vakantiedagen sneller vervallen en niet zomaar kunnen worden uitbetaald, terwijl bovenwettelijke dagen langer geldig blijven en vaak meer flexibiliteit bieden. Werknemers mogen bijvoorbeeld afspreken om bovenwettelijke dagen op te sparen of uit te laten betalen.
⚖️Praktisch overzicht
|
Kenmerk |
Wettelijke vakantiedagen |
Bovenwettelijke vakantiedagen |
|---|---|---|
|
Wettelijke basis |
Vastgelegd in de wet (vier keer het aantal werkdagen per week) |
Niet verplicht, werkgever bepaalt het aantal |
|
Geldigheidsduur |
6 maanden na het opbouwjaar |
5 jaar (tenzij anders in cao) |
|
Uitbetaling mogelijk |
Alleen bij einde dienstverband |
Vaak toegestaan, afhankelijk van afspraken |
|
Opbouw |
Voor elke werknemer verplicht |
Extra, als arbeidsvoorwaarde |
|
Flexibiliteit |
Minder flexibel |
Meer ruimte voor afspraken en beleid |
Een helder onderscheid voorkomt discussies over verlofsaldi.
Hoe registreer je wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen zonder fouten?
Het bijhouden van vakantiedagen lijkt simpel, maar in de praktijk gaat het vaak mis. Denk aan medewerkers die dagen meenemen naar een volgend jaar, deeltijders met verschillende contracturen of teams waar zowel wettelijke als bovenwettelijke dagen door elkaar lopen. Zonder een duidelijk systeem verlies je snel het overzicht, en dat kan leiden tot fouten of zelfs juridische problemen.
De beste manier om fouten te voorkomen, is door wettelijke en bovenwettelijke dagen apart te registreren en automatisch te laten berekenen. Zo weet je altijd precies hoeveel dagen een medewerker nog open heeft en wanneer ze vervallen. Een overzichtelijke registratie voorkomt dat je dagen te laat uitbetaalt of dat iemand per ongeluk te veel verlof krijgt.
Hoe stel je een duidelijk verlofbeleid op binnen je organisatie?
Een duidelijk verlofbeleid voorkomt misverstanden en zorgt ervoor dat iedereen binnen je organisatie weet waar hij of zij aan toe is. Het legt vast hoeveel vakantiedagen medewerkers krijgen, hoe ze verlof kunnen aanvragen en wat de regels zijn voor het meenemen van dagen. Een goed beleid voorkomt scheve gezichten en houdt je administratie overzichtelijk.
Bij het opstellen van een verlofbeleid is het belangrijk om onderscheid te maken tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen. Leg duidelijk vast wat de geldigheidsduur is, hoe medewerkers hun verlof kunnen opnemen en welke afspraken er gelden bij ziekte of uitdiensttreding. Zo blijft het eerlijk, transparant en werkbaar voor iedereen.
Checklist: Verlofbeleid opstellen
Gebruik deze checklist om je beleid stap voor stap helder vast te leggen:
-
📘 Leg het aantal wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen vast.
-
📅 Bepaal de geldigheidsduur van beide soorten dagen.
-
🧾 Schrijf de aanvraagprocedure uit (bijvoorbeeld via Shiftbase).
-
🤝 Omschrijf wat er gebeurt bij ziekte of uitdiensttreding.
-
🔄 Zorg dat het beleid aansluit bij je cao en arbeidscontracten.
-
👀 Controleer regelmatig of het beleid nog past bij je organisatie.
-
💡 Communiceer duidelijk met medewerkers over hun verlofrechten.
Veelgestelde vragen
-
Iedere werknemer heeft recht op vier keer het aantal dagen dat hij of zij per week werkt. Wie vijf dagen per week werkt, bouwt dus twintig wettelijke vakantiedagen op.
-
Wettelijke vakantiedagen vervallen zes maanden na het kalenderjaar waarin ze zijn opgebouwd. Dagen uit 2024 moet je dus vóór 1 juli 2025 opnemen.
-
Ja, vaak wel. Bovenwettelijke dagen mogen in overleg worden uitbetaald, tenzij de cao of het arbeidscontract iets anders bepaalt.
-
Zowel wettelijke als bovenwettelijke vakantiedagen moeten worden uitbetaald als de werknemer vertrekt en nog verlof open heeft staan.
-
Gebruik een digitaal systeem zoals Shiftbase om wettelijke en bovenwettelijke dagen automatisch te onderscheiden en de administratie foutloos te houden.
Hoe houd je grip op vakantiedagen en HR-administratie?
Het verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen lijkt misschien klein, maar in de praktijk maakt het veel uit. Wettelijke dagen zijn verplicht en vervallen snel, terwijl bovenwettelijke dagen meer vrijheid bieden en langer geldig blijven. Zonder goed overzicht is het echter makkelijk om de administratie door elkaar te halen en dat leidt al snel tot verwarring of zelfs kosten.
Daarom loont het om je verlofregistratie te digitaliseren. Met Shiftbase houd je grip op alle verlofdagen, zie je direct hoeveel dagen er nog openstaan en weet je precies wanneer ze vervallen. Medewerkers kunnen zelf verlof aanvragen, jij keurt het met één klik goed, en het systeem doet de rest.
- Eenvoudige personeelsplanning
- Overzichtelijke urenregistratie
- Makkelijke verlofregistratie

